“Corn Islands, 2 Carbische eilanden vlak voor de kust van Bluefields, deze eilanden staan bekend om de gouden stranden, de duikmogelijkheden én de kans om Hamerheadsharks en Whalesharks te zien.”
Eenmaal aangekomen op Little Corn Island hebben we het eiland afgelopen om een leuk plekje te vinden. De zon scheen en het blauwe water glimlachte ons tegemoet. Nadat we kleine dorpje (The Village) doorhadden gelopen zijn we naar de andere kant van het eiland gesjokt in de warme middagzon. Hier stonden een aantal eenvoudige hutjes strak naast elkaar gebouwd, van die kleine houten beach hokjes met een bed, een klamboe en voor de rest niets. We liepen toch nog een beetje door want we wilden wat uniekers. Achter ons zagen we donkere wolken het eiland naderen. Halverwege onze loop naar het Noorden (die toch wat langer duurde dan gepland) begon het te regenen (tropische stijl). Dikke druppels daalde op ons neer terwijl wij snel onze beschermhoezen over onze backpacks trokken. Na wat geloop door een mangrove, langs wat stranden en over het zand kwamen we eindelijk aan bij ons doel Ensueños (20$). De huisjes en faciliteiten zijn allemaal gecreëerd door de eigenaar en waren kleine kunstwerkjes. Het douchegedeelte was gemaakt van oude koraalstukken, zwerfafval en gejut materiaal. De hutjes waren, op de daken na, gemaakt van drijfhout, aangespoeld vanuit verre oorden, geruwd en bewerkt door de zee. De hutjes waren idyllisch geplaatst onder de veelvuldige kokosnootbomen en op ruw duin gras. Dit alles zag er fantastisch uit. En als het droog zou blijven zou dit onze laatste bestemming worden van de vakantie. 1 volle week niets. Ik(Joris) voelde mij een beetje grieperig en ging na een duik in de zee even slapen en terwijl Renée een boek aan het lezen was hadden de weergoden het gemunt op het kleine eilandje, donder, bliksem en een heleboel regen was de ammunitie van de dondergod. Het huisje trilde op zijn grondvesten maar bleef gelukkig gespaard van schade. Die middag om vier uur zijn we via een omweg van een uur naar the Village gelopen om daar een hapje te eten, te drinken en een beetje te internetten. Het was droog, echter terwijl wij van onze nachos aan het genieten waren kwam er weer een hoosbui over. Het kon tot op dat moment nog niet echt de pret drukken. Echter hebben we wel het weerbericht bekeken en die bleek eigenlijk niet zo rooskleurig te zijn voor de komende 10 dagen. Nadat de duisternis was ingevallen (17:30) hebben we heerlijk avond gegeten en onze wandeling terug naar de huisjes ingezet. Het eerste gedeelte was nog redelijk verlicht met straatlantaarns maar na 10 minuten hield ook dat op. We klikten onze hoofdzaklampen aan en vervolgden ons pad. Zonder verlichting kon je nl. letterlijk geen hand voor ogen zien. Het gedeelte in het noorden van het eiland heeft alleen zand en modderpaden en loopt kriskras door een jungle achtig bos. Terwijl Renée en ik bleven praten en hoorden we hier en daar toch wel geritsel in het bos en onze fantasie ging een beetje met ons op de loop. En zeker na de dagen op de Rio San Juan ben je toch wat bewuster van de aanwezige dieren in dit mooie land. Na wederom 10 minuten zagen we wat bewegen op het pad en we schrokken allebei. Het was echter een gigantisch grote krab die een beetje aan het struinen was door het junglebos. Deze beestjes zaten blijkbaar veel rond dit tijdstip op dit gedeelte van het eiland. Aan gekomen bij de hutjes was het pikkedonker, dit omdat er geen elektriciteit was en de hutjes allemaal kaarsen hadden als verlichting. Die avond ging het kaarsje vroeg uit en hebben we bijna het klokje rond geslapen. Na het ontbijt werden we wederom getrakteerd op regen. En besloten we de volgende dag dan maar weg te gaan. Na een dagje van klungelen, naar het dorpje gaan, eten en relaxen, hebben we de dag erna onze backpacks gepakt en waren klaar om te gaan. Echter na een leuk, open gesprek met de mede-eigenaar (en zijn vrouw) besloten we er nog 1 nacht aan te plakken. Heerlijk gerelaxt totdat de volgende bui zich weer meldde. Die avond hebben we met een handdoek omgeslagen en in het pikkedonker met hoofdzaklamp in een van de relaxstoelen gezeten, uitkijkend over de zee met donder en bliksemflitsen ver van ons vandaan. Dit schouwspel tezamen met de rust en de aanwezige duisternis zorgde voor een uniek moment. De volgende dag om één uur de boot gepakt en na een hobbelig zee ritje aangekomen op Great Corn Island. Via een taxi hebben we ons laten afzetten op het vliegveld(je) om een ticket voor vrijdag te regelen (het was toen woensdag). De vluchten zaten nl. allemaal vol. Op het moment dat ik wilde vragen of we iets voor vrijdag konden boeken gaf een Nederlands stel en een Engelse jongen een tip dat er wel eens plekken uitvallen, dus wij hebben ons op de reserveringslijst voor de vlucht van 15:45 van die dag laten zetten. En ja hoor we konden mee. Iets te vroeg landde het grotere (30 personen) vliegtuig. Iedereen behalve wij en nog 10 anderen werden verzocht om naar het vliegtuig toe te lopen. Er bleek namelijk nog een vliegtuig te landen en daar kon het resterende publiek op wachten. Het kleine vliegtuigje (12 persoons) landde en wij konden al snel aan boord van het piepkleine en krappe toestel. Terwijl we langzaam opstegen bouwde de druk in mijn oor op, dit ivm de verkoudheid, en dat maakte de vlucht voor mij pijnlijk, al was het uitzicht fantastisch om te zien. Renée vond het allemaal geweldig terwijl we meekeken met de piloten. Het vliegtuigje vloog laag zo dat je continu kon zien wat er onder je gebeurde. Na een wat scheve maar veilige landing kwamen we aan. Eenmaal aangekomen in Managua hebben we met het Nederlandse stel een taxi gedeeld en wij hebben ons om 18:00 laten afzetten op een microbus busstation. De busjes worden hier normaal volgezet met mensen en iedereen heeft hierdoor fatsoenlijk plek. Het ritje naar Leon onze volgende bestemming zou maar een uurtje duren. Maar al snel werd de wiegende auto een slaapmobiel voor Renée en mijzelf. Via een taxi hebben we ons in Leon centrum laten afzetten waardoor we snel in de fantastisch mooie stad aankwamen. Ons Guesthouse Lazybones (20$) was groot, heel groot. En na een warm welkom door de receptionist hebben we ons geïnstalleerd en zijn we op zoek gegaan naar een plek om wat te eten. “Leon een stad die vol staat met historische gebouwen, oude kerken van alle katholieke stromingen en een immens grote Kathedraal. De Kathedraal domineert de stad en kan bijna als referentie kader dienen van waar je je ook in de stad begeeft.” De volgende dag zijn we deze universiteitsstad gaan bekijken en hebben ons vergaapt via een route in de stad aan de fantastisch mooie gebouwen, de verscheidenheid aan kerken en het indrukwekkende uitzicht welke je hebt vanaf het dak van de Kathedraal (3$). Deze wordt op dit moment weer helemaal gerestaureerd en weer volledig wit gekalkt. Tevens hebben we getracht een tour te regelen welke ons bovenop Vulkaan Telica zou leiden. Na wat problemen omdat er te weinig mensen mee wilde op die dag lukte het toch om het voor elkaar te krijgen. De volgende dag om 14:00 zouden we vertrekken. Die ochtend het hoognodige in onze kleine daypacks gepakt en onze grote backpacks achtergelaten bij het goede guesthouse. Luis onze gids en Eddy onze kok waren de lokalen die ons samen met een Engels stel en een Australiër naar boven zouden begeleiden. Eerst een kort ritje over de weg waarna we via een rivierbedding aan de absolute voet van de vulkaan aankwamen. Hier zou de tocht (alsmaar omhoog) beginnen. Via een alsmaar smaller wordende rivierbedding werden via een weiland, een vol bloemen staand pad en kleine paadjes naar het eerste rustpunt begeleid. Hier hebben we na 1,5 uur een beetje gegeten, wat gerust en het gutsende zweet wat laten indrogen, behalve bij Renée want die was nog zo droog als wat. Hierna begon het pad een stuk steiler te worden en ook wat moeilijker. Er lagen wat stenen los en de paadjes werden soms heel smal waarna ze weer wat breder werden. Luis wees ons bijna op elke hoek van een pad op kolibrietjes, lokale vogels en Arenden. Op een gegeven moment waren we er bijna en zegt Luis “the walk pay the view” Oftewel je wordt beloond. Na het steilste stuk, wat maar heel kort was stonden we op een soort uitkijkpunt, kijkend naar de krater waren we allemaal enthousiast, geweldig om dit te mogen zien. Via een goed begaanbaar pad die was aangelegd met grote stenen kwamen we aan bij de ranch, een overdekte eetplek, een al voorbereidde bbq/kampvuurplaats en een hutje. Hier konden we de tenten die we mee hadden gesleept en de slaapzakken neerleggen. Na vijftien minuten van opzetten en klaar maken stond alles en werd het alsmaar donkerder op de vulkaan. We kampeerden op een soort volgelopen krater. Nadat het donker was liepen we met zaklampen en zonder Eddy het kleine maar steile stukje naar de kratermond. Het was donker maar omdat er veel stoom uit de krater kwam was de lava eerst nog niet echt zichtbaar. Langzaam na een windstoot werd hier en daar wat lava zichtbaar, diep heel diep in de krater. En nadat de minuten verstreken werd er een soort Y zichtbaar. Luis gooide een steen in de diepte zodat we in de gaten hadden hoe diep het was en na een lange stilte hoorde we het rotsblokje diep daar beneden neerkomen. Hierna zijn we via een ander pad naar een uitzichtpunt gelopen om de lichten van de steden te zien flikkeren. Leon recht voor ons en Managua iets verder weg. Vervolgens naar het kamp gelopen om een heerlijk bereid maaltje te verorberen. En toen na wat bij het kampvuur te hebben gezeten, kijkend naar de hoeveelheid sterren in ons tentje gekropen. De volgende dag zouden we namelijk om 6:30 de zon zien op komen vanaf een ander uitkijkpunt. Het was geweldig kijkend over de bergruggen naar in de verte andere vulkanen kwam de zon alsmaar verder op. Hierna nog een kijkje in de krater waarna we de tent en andere spullen konden opruimen. En het geluk hebbende dat we die zaken achter konden laten i.v.m. een nieuwe groep voor die middag. De terugtocht ging veel sneller, in minder dan twee uur waren weer op de plek waar de truck ons op zou halen. Eenmaal terug in het guesthouse hebben we ons gedoucht en de plannen voor die middag gemaakt. We zouden naar Poneloya gaan. Daar zou een utopiaans Guesthouse moeten zitten. Heerlijk sociaal en met een ontspannen sfeer. Eenmaal aangekomen, via de lokale bus (waar we een Nicaraguaan tegen kwamen die Nederlands kon) en het pontje (1$), bij SurfingTurtleLodge waren er geen kamers (35$) vrij, en ook de cabines waren bezet. Deze veel te dure (voor wat je kreeg) overnachtingsplekken waren dus niet beschikbaar en er zou na 2 nachten wel een kamer vrijkomen voor een nacht. Dus dan maar 2 dagen in een tent (15$) en dan in een kamer. Na het ontwaken in de tent de volgende ochtend bepaald dat dit het toch niet is voor ons. Wij willen de laatste dagen toch wat relaxter afsluiten dan in een krap tentje. Op naar Jiquillo, een plaats midden in een reservaat. Nadat we de bus terug naar Leon hadden gepakt en een vervolg chickenbus naar Chinandega hadden gepakt konden we ook daar weer overstappen. Op naar Jiquillo, de bus hiernaartoe zat gelukkig niet vol zodat Renée en ik allebei een bank hadden. Heerlijk een boek lezen terwijl het alsmaar afwisselende landschap aan ons voorbij flitste. Nadat we het grootste stuk hadden gereden sloegen we af, de weg was hier bezaaid met stenen en zorgde voor een hobbelig ritje. Rancho Tranquillo (20$) zou onze slaapplek zijn voor de laatste 4 nachten alvorens we terug zouden gaan naar Leon. Tina is de Amerikaanse eigenaresse en zat met een biertje (om 12 uur) ons op te wachten. 3 uur later nadat we al hadden toegezegd hier graag te willen blijven stonden onze backpacks en kleine daypacks nog naast ons. Dat terwijl we zelf al een paar biertjes hadden gedronken… Tina houdt wel van een drankje, laten we het daar op houden maar zorgt hierdoor wel voor een bepaalde gezelligheid. Er bleek ook een ander stel te zijn, Ton en Paul. Zij zijn bezig met een fantastische trip door Midden en Zuid Amerika. Die middag hebben een beetje gerelaxt en heerlijk gekeken naar de zonsondergang. Op het einde van de dag kwamen er ook nog 2 vrienden die een roadtrip aan het maken zijn als gasten langs. De eettafel vulde zich goed en we hebben heerlijk vegetarisch gegeten als een soort familie aan de lange eettafel. De volgende dag heeft Renée lekker gewandeld en gelegen op het strand en heb ik een beetje geprobeerd te surfen. De golven hier zijn laag maar krachtig waardoor het voelde als een wasmachine. Elke avond is het een soort open bar waardoor je met iedereen gezellig aan de bar zit en je verhalen uitwisselt. Tranquillo is tranquillo oftewel lekker relax en rustig. We hebben het elke avond verschrikkelijk gezellig gehad met Ton en Paul, zij zijn al op zoveel plekken geweest en weten fantastisch verhalend te vertellen over hun reizen. Het is voor ons dan vaak erg herkenbaar en dat klikte leuk. We hoorden via de 2 roadtrippende jongens dat ze de volgende dag een kano tocht door de mangrove gingen doen. En dit keer niet in een kayak maar met een locale kano (10$ p.p.) bestuurd en gepeddeld door de gidsen. De kano was een uitgehakte boom. En deze was nogal instabiel waardoor elke beweging die je maakte nogal een na-effect had. Elke keer als iemand een beetje ging verzitten ging de kano zo heen en weer dat het leek alsof hij om zou vallen. Via een alsmaar smaller wordende waterweg kwamen we wat dieper in de mangrove. De wortels kwamen hoog uit de bomen en doken het zoute water in om in de grond het zoete bodemwater af te tappen. De wortelwirwar werd alsmaar dikker naar mate we verder voeren. Op een bepaald punt werd de wankele kano afgemeerd en gingen we via een drassig pad een stukje lopend de mangrove in. De verschillende vogels vloog ons hier veelvuldig voorbij. En terwijl wij op het heetst van de dag een heuvel beklommen zweefden de aasgieren hoog boven ons. Vanaf het bovenste punt had je een fantastisch uitzicht over de hele mangrove. Met hier en daar wat illegale garnaalkwekerijen diep in het waterwoud. Aan de andere kant keken we uit naar El Salvador. We hoorden het echter rommelen in de lucht. Dus na een tijdje vertrokken we weer naar beneden om via de breder wordende waterweg terug in de lagune te komen. Hier via een kleine omweg voor Renée en mijzelf bij een boer twee paarden geregeld zodat we de volgende dag twee uur op het strand zouden kunnen rijden. Na een onderhandeling werd het bedrag bepaald (10$ p.u.p.p.). Die avond werd we getrakteerd op een fantastisch maar gewelddadig schouwspel. De donder werd vergezeld door intense bliksem. Zo hard, dichtbij en lang hadden wij nog niet meegemaakt. De flitsen werden direct opgevolgd door oorverdovende knallen en terwijl wij onze Toña aan het drinken waren hielden we de flitsen angstvallig in de gaten. Wat een geweld. Denk een gevalletje code rood (of zwart als dat zou bestaan) in Nederland…. De dag erna stonden de paarden al om acht uur op ons te wachten. En na wat gemorrel van mij (ik zag het nl. niet zitten) sprong Renée gracieus op haar ros. Voor Renée was dit gesneden koek, maar voor mij niet ik snapte er niets van, het is toch anders dan een auto, je mist de versnellingen direct. Na een tijdje kreeg ik het een beetje door en kon ik Renée en de gids goed bijhouden. Onze begeleider had echter de grootste lol omdat het mij veel moeite kost bij te blijven. Maar daar reden we dan op een verschrikkelijk breed strand, een wens van Renée was eindelijk in vervulling gegaan. Ze straalde dan ook van oor na oor. Na een behoorlijk stuk over het strand reden we via een dorpje terug, de mensen zwaaiden en lachten ons tegemoet. En via een weggetje verderop stonden we weer op het strand waar onze amazone een sprintje trok met haar paard. Glunderend reed ze ons weer tegemoet, missie geslaagd. Ik was echter blij klaar te zijn. Met stijve benen en een pijnlijke kont stapte ik af om het geld op te halen. Die middag het strand afgelopen naar onze roadtrippende vrienden die toch naar een ander hostel waren gegaan, zij zaten bij Wilson voor 15$. Die avond hebben we bij de kokkin van het guesthouse thuis gegeten. Bij ons was het nl. alleen maar vegetarisch en bij Mammi konden we lasagne met kip krijgen. Om 18:00 uur werden door twee van haar klein kinderen opgehaald. En na een korte wandeling stond de tafel al klaar, keurig gedekt. Alle kinderen en klein kinderen zaten vervolgens in een soort cirkel om ons heen, kijkend naar hoe wij de enorme partij eten weg aan het slikken waren. Dat terwijl er acht honden rondliepen en een varken knorde. We zaten namelijk buiten tussen twee gebouwtjes in. De kamers, hadden geen deuren en verlichting was maar heel schaars. Nadat Mammi terug kwam van het guesthouse hebben we via Simon (een van de roadtrippers) een gesprek gehad met de familie, hij kan nl. goed Spaans. Na een groepsfoto en honderd knuffels van iedereen rustig teruggelopen naar onze slaapplek. Die avond een biertje genomen en ons verwonderd aan de hoeveelheid sterren zo hoog boven de aarde. De volgende dag staat in teken om naar Leon te gaan, een half dagje door te brengen en vervolgens midden in de nacht een taxi te pakken naar Managua, een uur verderop. Om zo weer naar huis te gaan. We missen Doeska, dus het is tijd om te gaan. Wat een land is dit. Ongelooflijk! Bueno!
“San Juan del Sur een surf plaatsje helemaal in het zuiden van Nicaragua, dit vroegere vissersplaatsje is inmiddels helemaal omgebouwd tot een surf paradijs. En niet omdat het bij lage tij brede strand fantastische golven biedt, nee het gaat meer om de noordelijke en zuidelijk liggende stranden, want daar vind de actie plaats. Ook is dit een unieke plek omdat het de mogelijkheid biedt Olive Ridley schildpadden te zien nesten/ eieren leggen.” Nadat we via de boot en taxi van Isla de Ometepe in San Juan del Sur aankwamen hebben we als allereerst bij Hostal Oro aangeklopt voor een plek, echter was deze populaire plek vol, tenminste de 2 persoonskamers, dus na 100 meter lopen kwamen we bij onze volgende optie aan. Hostal Esperanzo (23$) had gelukkig wel enkele kamers vrij. En omdat we de “vibe” heerlijk vonden hebben we zonder de kamer te zien direct ja gezegd. De kamer was wel enigszins Spartaans. Een houten box met een raam gemaakt van panlatten en een beetje gaas ervoor én een zeer nodige ventilator. Ach, eigenlijk ook prima. Onze spullen in de kamer achtergelaten en een lekkere lunch besteld. Uitkijkend over de boulevard van deze Nicaraguaanse Ko Tao variant (een eiland in de Thaise zee, helemaal gericht op het duiken). We hadden dus weer geluk, een perfecte plek om dit deel van Nicaragua op te snuiven. Toen we bij Oro waren zagen we dat er die avond een schilpadden tour (30$) naar het reservaat gepland stond. Dus na de voortreffelijke lunch hebben we ons direct ingeschreven voor de tour. Die avond moesten we ons om 19:00 uur melden. En zoals het ons betaamd stonden we keurig op tijd voor de deur van Oro. Ook hier werd het weer bevestigd: ‘ze zijn in dit land bewuster van wat er om hen heen gebeurd’ Die bewustwording werd getoond middels een uitgebreide PowerPoint presentatie. Dit zodat we wisten wat wel en niet mocht en wat de gevaren en de bedreiging zijn voor deze bedreigde diersoort. De groep was groot, 20 mannen en vrouwen (gemêleerd qua leeftijd, van 20 tot 80 jaar). Na een hobbel de bobbel rit over een slecht begaanbaar pad kwamen we na 1 uur aan bij het centre, welke vlak aan het strand gelegen is. Hier gaf ons avond gids elke koppel een rood lampje, de schilpadden kunnen namelijk wit (flits) licht niet verdragen. Ook had ze nog een verrassing, we mochten allemaal 1 piepklein pasgeboren schildpadje uitzetten in de zee. Een deel van de eieren wordt namelijk kunstmatig uitgebroed, dit om een soort garantie te hebben van een goede geboortegolf. Het blijkt namelijk dat er maar 1 op de 1000 pasgeboren schilpadden het red tot een volwassen leeftijd. Op het strand liepen we met zijn allen naar de zee, hier mochten we allemaal een kleintje uitzoeken en die moesten we veilig naar het water begeleiden. De kleine mormels hadden al behoorlijk veel kracht in de kleine pootjes. Het schildje was harder dan je zou denken en de kleine nekjes zijn leerachtig zacht. Tegelijkertijd lieten we onze frummels los op zand, eerst oriënterend van waar ze waren en vervolgens liep een groot gedeelte direct naar het water, de juiste kant op. Een ander deel koos de kant van het strand en werden met zachte hand gecorrigeerd zodat ook zij de goede kant op liepen. Ondertussen kwamen er links en rechts al een behoorlijk aantal grote schilpadden langzaam maar daadkrachtig het strand op. En nadat de avond vorderde verschenen er steeds meer op het strand. Allemaal met één missie. Schuifelend naar het droge zand om daar een geschikte plek te vinden. Hier begon het langzame maar nauwkeurige proces, schoonmaken van plek, en hierna langzaam een gat graven van zo’n 35-40 cm diep. De schildpad raakte hierna in een soort trance en perste zo’n 100 eieren in het gat. Dit terwijl wij met z’n allen om het dier stonden te kijken. De gids groef aan de achterzijde nog wat zand weg zodat wij de eieren zagen liggen en vallen. Nadat dit proces van zo’n 40 minuten zagen gebeuren, ging de schildpad weer systematisch te werk om het gat te vullen met zand en zeer stevig aan de stampen. Hierna ging de dame weer richting zee om dit proces binnen anderhalve maand nogmaals te voltooien. De Olive Ridley doet dit namelijk 3 keer per seizoen. Het hele tafereel speelde zich af onder een bijna volle maan. En dat is bijzonder omdat de dames vaak momenten uitkiezen met weinig licht zodat de kans kleiner is dat ze worden op gemerkt door de op de loer liggende roofvogels. De volgende dag na ons bij dagelijkse ontbijt van rijst, bonen, gebakken ei en keiharde toast/gortdroge tortilla liepen we het kleine plaatsje door. We wilden naar een van de stranden en kwamen zo na even zoeken uit bij Arena Caliente, een lokale surf shop, zij boden ook tripjes naar de lokale stranden aan voor 5$ p.p. Dus wij hebben direct toegestemd en nadat ze vroegen of we surfles (30$) wilde heb ik direct ja gezegd. Eindelijk eens uitleg tijdens het surfen wat ik de afgelopen 2 jaar verkeerd deed. Renée koos voor een lekker leesdagje. Na een uurtje rijden kwamen we aan op Playa Hermosa, een verschrikkelijk breed strand wat vlakbij Costa Rica ligt. Het zand was grijzig, helaas hebben we nog geen witte stranden ala Raja Ampat (een van de bestemmingen van vorig jaar) gezien. Maar dat bewaren we voor later! Naast dat het strand grijs was, was ook de hemel bedekt met grijze wolken, en al was het voor het strandleven wat minder voor het surfen waardoor je de hele tijd in het water ligt een verademing. Na een korte training op het droge waarbij je semi peddelt op de strand en dan zo snel mogelijk opstaat, het water in. Roberto, de leraar, bleek 11 medailles tijdens open surfwedstrijden te hebben gewonnen. Het water in en met een extra zetje van Roberto ging het een stuk beter dan eerder, hij gaf precies aan wanneer te peddelen met je handen en wanneer op te staan. Dit proces herhaalde zich nog zo’n 100 keer, tenminste gevoelsmatig, want pff het was zwaar. Na een korte pauze wederom de zee in en het begon weer van voren af aan, peddelen tot je een ons woog en vervolgens zo snel op te staan en je balans te vinden, door je knieën ligt te buigen en een beetje “cool” op je bord te staan. Na in het totaal drie uur te hebben gesurft, een heerlijk biertje soldaat gemaakt en naast Renée in een hangmat gaan liggen uitkijkend over de zee met de alsmaar groter wordende golven. De dag erna zijn we via een soort shuttle service (achterin een grote vrachtwagen) naar Playa Maderas gegaan, een surfstrand ten noorden van San Juan del Sur. Hier hebben we heerlijk gelegen en ik heb mijn net opgedane surfkennis in werking gezet. Het ging beter alleen het gemis van dat extra zetje mis je direct. De volgende dag hebben we een scooter gehuurd en naar het hoogste punt van San Juan gegaan, via een enorm steile helling naar boven gereden en daar uitkijkend over een gedeelte van de regio ons wederom verbaasd over de schoonheid van het gebied. Vervolgens via de enorm steile heling weer omlaag gereden en toen naar een Playa Maderas, het surfstrand met surfvibe, strandtentjes en heerlijk eten gereden. Hier een margarita en fruitshake gedronken en een heerlijke lunch verorberd en terwijl ik op het strand liep werden we aangesproken door een stel wat we al eerder hadden ontmoet. Met hun hebben we de rest van de dag en avond opgetrokken en die avond tevens een heerlijke vers gebakken Italiaanse pizza gegeten, gemaakt door een Italiaan?? in Nicaragua. De volgende dag zijn Renée en ik vroeg opgestaan, uurtje of 6, en ons opgemaakt voor een behoorlijke reis naar de andere kant van Nicaragua. San Carlos was de bestemming. Het zou eerst drie à vier uur zijn naar Managua en dan via een taxi naar een van de busstations om vervolgens zes tot negen uur in een bus te zitten naar het zuiden. De bus naar Managua, de hoofdstad zat redelijk vol. Maar elk moment dat we dachten nu kan er niemand meer bij stopte de bus toch weer om iemand op te pikken. Dit riedeltje ging door tot aan Managua. Hier in een bus gestapt naar San Carlos en omdat we dachten dat het de expresso was en hierdoor verwachten dat we sneller in San Carlos zouden aankomen gehoopt dat de “chickenbus” niet op elke plek zou stoppen. Niets was minder waar. De bus zat vol, zo vol dat we het bijna benauwd van kregen, Renée zat aan de raamkant en ik aan het gangpad waardoor ik vaak de dikke buiken van de lokalen in mijn gezicht geduwd kreeg. Want en het is zeker niet verbaas in wekend want het eten is hier geweldig lekker, en vet, veel locals zijn dik. Zeg maar Amerikaanse formaten zijn hier eerder regel dan uitzondering. Na zeven uur met een pauze een uur voor aankomst kwamen we aan. San Carlos een beetje een troosteloos plaatsje wat voor de een, de plek is om naar Costa Rica te gaan en voor de ander de plek om de Rio San Juan af te reizen. “Rio San Juan de rivier die aan de linkerkant Nicaragua heeft en aan de rechterkant Costa Rica. Ook de rivier die het begin van het National reserve inleid. Reserva Biologica Indio Maiz is een national park wat nog echte jungle heeft, onaangetast en vol met wilde dieren, reptielen, vogels en vijfhonderd jaar oude bomen.” In San Carlos helaas een nachtje (Hotel Carelhys 20$) moeten slapen alvorens we de volgende dag naar Boca de Sabalos te vertrekken. Het was weer vroeg om zeven uur ging de wekker. Van uitslapen hebben we deze vakantie nog niet echt gehoord… Maar na een verschrikkelijk vies ontbijt bij een plaatselijk tentje. De boot gepakt. De vogels scheerden over het water terwijl wij over deze bruine rivier varen, aan beide kanten staat het vol met grote bomen, echte jungle waarbij de bomen omwikkeld zijn van een soort klimop en lianen. Hierdoor worden de bomen nog kolossaler. Dikke jungle doemt op in de verte naar mate we verder de rivier op varen. Hier en daar stopt de boot om iemand af te zetten. Op sommige plekken is geen huis in zicht en toch wordt men hier afgezet, naar het lijkt in de jungle. Het is voor ons dan ook een raadsel wat men hier doet, wonen?, werken?. Na twee uur via de bruine rivier komen we aan in Boca de Sabalos. Een vissers plaatsje met een piepklein haventje waar een enorme bedrijvigheid is. De voornamelijk mannelijk aanwezigen is hier zaken aan het verhandelen, eten of gewoon aan het niksen de hele dag aan het kijken wat anderen aan het doen zijn. Na wat omzwervingen hebben we een Guesthouse gevonden. Hosedaje Kateana had een heerlijke kamer voor 18$. En nadat we lekker hebben gerelaxt en gegeten, via de eigenaresse die trouwens en goedlopende winkel heeft een gids gevraagd langs te komen. De jonge man Julio Cesar kwam zoals afspraak langs en via hem een kaaimanspotting avondje geregeld. Voor 50$ waren we onder de pannen. Om zeven uur werden we opgepikt om samen met Julio en de bootbestuurder op weg te gaan in de duisternis. Direct om de hoek bij het dorpje begon Julio al te schijnen met de zware zaklamp op zoek naar de schittering van de ogen. Het blijkt namelijk dat je bij het van voren af aan lichten van de ogen een soort schittering krijgt, een beetje te vergelijken met een kattenoog. Direct om de hoek werd een groot exemplaar gezien, en omdat part of the tour was om een exemplaar in de boot te krijgen en die te bekijken voeren we er direct op af. Julio dook met zijn handen en hoofd het water in om het exemplaar te pakken en na een zwiep van de staart welke tegen de boot aankwam ontsnapte dit exemplaar helaas voor ons. Volgens Julio was dit normaal. Dit alles terwijl wij stil in de boot moesten zitten en ademloos toekeken naar het spektakel wat vlak voor onze neuzen afspeelde. Vervolgens de rivier weer afspeuren. Aan alle kanten waren glimmende ogen te zien. Elke keer voeren we af naar de dichtstbijzijnde glinstering waar we of net laat waren of de kaaiman net te snel weg was. Totdat we op een plek kwamen waar baby kaaimannen rustig lagen te dobberen. Julio pakte deze eenvoudig op. Nadat hij het een en ander uitlegde mochten ook wij het 30 cm lange exemplaar even vasthouden voor een fotomomentje. Vervolgens wederom de rivier afgevaren. Julio en de bestuurder hadden talloze lichtsignalen waardoor zonder een woord te spreken elke keer heel doeltreffend een locatie werd aangedaan. Je merkte echter de frustratie, de grote kaaiman welke ze graag hadden laten zien was vandaag ongrijpbaar. De spanning van het vinden, het zoeken met de zaklamp in het water, de diergeluiden uit de jungle maakte dit toch tot een hele geslaagde trip. Vervolgens al een beetje op het einde hadden de heren nog een fantastische afsluiter. Hoog boven de rivier hing en Luiaard. Onderste boven rustig kijkend naar wat om zich heen gebeurde kauwend op wat blaadjes liet hij/zij zich belichten met zaklampen. Wat een groot schepsel hing daar boven ons. De dikke grijze vacht glinsterde door de reflectie van onze zaklampen. De volgende ochtend pakten we de boot naar El Castillo. Dit is de volgende grotere plaats iets verder op de rivier. En ook tevens de ingang tot het Reserva Biologica Indio Maiz. Hier hebben we een kamer geregeld in Casa de Huesped Chinandegano ($18). Vervolgens hebben we direct een 4 uur durende tour ($75) geregeld in de jungle. Die middag nog zouden we om 13:30 vertrekken vanuit de haven. Eerst met de boot 30 minuten de rivier op. En terwijl we de weergoden niet mee hadden, het regende namelijk behoorlijk, voeren nog wat verder de rivier op. Terwijl de gids ons duidelijk wilde maken dat de Costa Rica zijde zeer onderhevig was aan erosie, door extreme woudkap, voeren we verder. Het verschil was ook wel extreem. Dikke jungle aan de Nicaragua kant en hier en daar een paar bomen aan de Costa Rica kant. Je bedenkt dan, is dit zo omdat ze in Costa Rica verder zijn met exploitatie van het land of is er een soort schijn welke wij in het westen wordt opgehouden dat Costa Rica zo Eco is, terwijl eigenlijk Nicaragua hier meer aan doet. Het verschil is ook dat ze in Costa Rica zeggen dat je voor echte Jungle naar het zuiden van dat land moet gaan, dat terwijl de “echte” jungle in het zuiden van Nicaragua is…. Ergens klopt het niet. Eenmaal aangekomen stond er een post op een steiger met 2 bewapende mannen. Een soort grenspost tot het reservaat. Na de nodige inschrijvingen gingen we naar een volgende boek waar we wederom de gegevens achterlieten. De gids begon de inleiding en de do’s en dont’s tijdens de 2 uur durende hike. Hij vertelde dat er een soort pad was en dat we hier nimmer van af mochten wijken. Alleen wanneer hij dit deed of ons vertelde dat het kon. Als eerste liepen we naar een grote boom van een paar honderd jaar oud. Hier zaten allemaal van die kleine gifkikkertjes groen met zwart heen en weer springend in de regen op zoek naar kleine insecten. Vervolgens liepen we naar het pad en terwijl Orlando nog op zijn mobiel keek sprong hij een halve meter de lucht in omdat er voor hem, zo dacht hij, een zeer giftige slang over het pad gleed. Het bleek echter een Boa Constrictor te zijn van 3 meter. Dit voor ons enorme exemplaar schrok ook van ons want haastte zichzelf de jungle in en nadat hij zowel voor ons als voor hem zelf op een veilige afstand op een boomstam zat te wachten en ons te bekijken probeerde we een aantal platen te schieten. Want ja dit zie je niet elke dag. We hadden dan ook ons hart in de keel terwijl de grote en dikke slang daar slissend op een afstandje ons zat te bekijken. Vervolgens de Jungle in, dit beloofde nog wat. Nadat we hier en daar nog verschillende gifkikkers rond zagen hupsen kwamen we bij een soort medicinale plant uit. Als je hier op kauwde, ook uitgetest, wordt je mond zo’n 5 minuten gevoelloos. Een vreemd tintelend gevoel verspreide zich snel in je mond. Nadat we nog wat verder liepen over het pad omgeven van dikke jungle kwamen we enkele enorme bomen tegen. De welbekende hardhouten giganten stegen hoog boven ons uit. Het forse bladerendek reikte tot aan de hemel. Na 2 uur kwamen we aan waar de bootbestuurder de boot had neergelegd en via hier hebben we een stuk op de Rio Bartola gevaren midden in de jungle. Er was 1 otter welke even achterna gevaren hebben om op de foto te kunnen zetten maar deze beestjes zijn zo snel dat het bijna schier onmogelijk was een scherpe foto te nemen. Vervolgens onze weg weer terug gevaren naar El Castillo. Om de volgende ochtend om 4 uur op te staan en de boot van 5 uur te pakken, hierna na enige vertraging want de benzine was nl op een bus gepakt richting Juigalpa en hier overgestapt (al rennend) richting Managua. Daar aangekomen ingecheckt in Los Felipe (20$) en direct een ticket geboekt via de beschikbare WiFi. Op naar Corn Islands. De tropische en Caribische eilanden voor de kust van Nicaragua. De vlucht ging om 6:15 dus wederom vroeg eruit. Om half 5 stond onze gereserveerde chauffeur te wachten om ons keurig af te zetten op de vluchthaven. Het vliegtuig, want via land en rivier zou dit toch weer een trip van 20 uur worden, was een vergelijkbaar toestel als in Indonesië en bracht ons in 1 uur naar Great Corn Island. Hier aangekomen direct een taxietje geregeld naar de haven. De speedboat, caribische stijl voer ons in 40 minuten naar Little Corn Island. Een relax bijna Jamaicaans eiland wat bij Nicaragua hoort. Veel leesplezier, J&R Ma en Toon, een dikke knuffel en kus aan Doeska, we missen haar! Zijn de kippetjes al gewend? Ter info, op dit mooie eiland regent het……😢 Granada
"Granada is een geweldige koloniale stad met oude gebouwen, kerken en een heleboel kleuren, de vrolijkheid spat hier van de panden af, een hoogtepunt in Nicaragua, wij hebben hier 1 dag rondgelopen en de sfeer opgesnoven, leuk weetje: het blijkt dat iedereen in Granada in december verplicht is zijn/haar huis een andere kleur te schilderen, leuk initiatief voor de saaie wijken in Nederland" Gearriveerd en direct gesetteld! Nadat we aankwamen in Granada en onze spullen gedumpt hebben zijn we direct een heerlijk koud biertje gaan drinken. Het bleek hier in Hostal El Momento (22$) een soort kamp Holland te zijn. Van de 30 plekken om te slapen bleken er minimaal 8 Nederlanders te bivakkeren. En omdat we ons Spaans wilde testen….. ;-) probeerde we direct voor de dag erna een hike te organiseren via het Hostal. De hike welke we graag hadden gedaan, was helaas niet mogelijk en hierdoor zijn we met Danny (onze guide van de dag) in de ochtend op stap gegaan naar Masaya. Wij zijn natuurlijk met het regelen, het op tijd zijn en de gehele flexibiliteit voornamelijk Azië gewend. Hier in Nicaragua gaat dat toch even anders. Danny was op tijd, zelfs te vroeg en we hebben hem zelfs nog een kopje koffie aan kunnen bieden. Het geluk was ook dat hij goed Engels kan. Want inmiddels is het toch wel duidelijk, Spaans is eigenlijk een must…. Op naar Masaya, Catharina en een lokale (toeristen) markt (35$). De Vulkaan Masaya is nog behoorlijk actief en blaast dan ook een stevige hoeveelheid stoom uit het binnenste van de aarde. Voordat je hier naar boven gaat doe je eerst een rondje door het “visitorscentre”. Een verzameling van indrukwekkende papier-maché modellen en opgezette lokale dieren die de beste tijd al hebben gehad maar nog steeds goed weer geven hoe het gehele plaatje er uit ziet, en ook hoe Nicaragua vol staat met Vulkanen. De hike bleek alleen geen hike te zijn…we reden namelijk met Danny de hele vulkaan op. En op zich is dat geen straf want het zou toch al met al ook middels de goed geplaveide weg een behoorlijke klim zijn geweest. Boven aan kun je direct de krater in kijken. Wat een geweld het stoom blaast nog krachtig naar buiten en ook hierdoor hebben we helaas nog geen bubbelende lava kunnen zien! Via een aantal uitkijk punten na een korte wandeling konden we 3 kraters zien, waarvan een dus nog behoorlijk actief. Het uitzichtpunt bij Catharina is spectaculair, hier kijk je naar een groot kratermeer (Opoyo) aan de voet van Mombacho, een andere vulkaan vlakbij Granada en Managua. De lokale bevolking leeft hier voornamelijk van de toeristen en hiervoor (al zaten er meer locals) hebben ze banken geplaatst om het uitzicht in je op te nemen. De lokale markt was voor ons voornamelijk een plek om te lunchen, een heerlijk stoofpotje met vlees en zoete aardappelen, en we hebben ook een hangmat voor ons beiden gescoord want het kan goed zijn dat we deze nog nodig hebben. Op de terugweg naar Granada reden we langs de vulkaan Mombacho, hier hadden we gelezen dat we een canopy zipline tochtje van 1,5 km konden doen, en we vroegen dus of Daniel ons hier kon afzetten. Eenmaal boven bleek dat de hele canopy tour boven koffieboonplanten zou plaatsvinden. Deze planten, zo groot als een grote struik, doet het blijkbaar erg goed op de vruchtbare grond van de vulkaan. Na een korte uitleg konden we van start, zwevend boven de struiken met telkens een werelds uitzicht aan een kant zwiepten we naar beneden. En omdat het laag seizoen is hadden we het geluk dat we twee begeleiders hadden op dit tochtje. Ze vertelden dat er in het hoog seizoen wel eens 40 mensen per groep zaten. Op het eind was een soort “bungee” jump. Een gecontroleerde jump 14 meter omlaag. Toch wel even spannend zo los laten terwijl er een klein (maar gezet) mannetje beneden staat. Renée gilde het uit terwijl ze naar beneden stapte. Wat een heerlijke rush als afsluiter van de dag. Isla de Ometepe “Isla de Ometepe, gelegen in het zoetwater meer ‘Lago de Nicaragua’ is het grootste zoetwater meer van Midden-Amerika en heeft naast dit grote eiland nog enkele veel kleinere eilanden om te bezichtigen. Wat dit eiland zo bijzonder maakt zijn de 2 vulkanen, waarvan 1 nog actief.” De volgende dag zijn we op tijd opgestaan en een lokale bus (een oude Amerikaanse schoolbus) gepakt (2$) naar Rivas en van hier uit naar San Jorge. Dit is de havenplaats naar Isla de Ometepe. Dit mythische eiland (zo wordt het omschreven) is een must om te zien…. In de haven speelt zich het eeuwige spelletje af van “hoe zo veel mogelijk geld aftroggelen van de naïeve toerist” je komt namelijk aan in de haven en toen we aangaven dat we naar Charco Verde wilden werd direct aangegeven dat die boot niet gaat en alleen de boot naar Moyogalpa beschikbaar was. Omdat ik het niet helemaal vertrouwde liep ik even weg terwijl Renee er nog bij stond en al snel liep de havenproper achter mij aan. Dus bij de steiger aangekomen toch een bootje kunnen fixen naar Charco Verde. We varen weg bij de haven en langzamerhand vanuit de mist en regenwolken verschijnt Isla de Ometepe. Een eiland met twee vulkanen waarvan er één een perfecte vulkaan vorm heeft (zo’n driehoek met het bovenste puntje eraf) Na een uurtje in de boot door elkaar geschud te zijn komen we aan in het kleine haventje Charco Verde. En omdat we niet zeker wisten wat een leuke plek was hebben we ons laten af zetten door een taxidriver bij Zopilote (een hippieachtige opzet iets op de voet van de vulkaan Maderas). Helaas was deze unieke en inspirerende plek volgeboekt. Dus zijn we met onze Backpacks naar een volgende plek gelopen, 40 minuten in de warmte, heuvel op en heuvel af. Aangekomen bij Asi es Mi Teirra (12$ - 15$) was een kamer beschikbaar en hebben we onze tassen neergelegd en direct een rondje gelopen langs het lavastrand en via de weg weer terug naar het hostal. Hier bleken ook al 2 Nederlandse dames te zijn en we vroegen hoe zij het op het eiland en de accommodatie hadden, ze waren erg enthousiast. Wij hadden het eigenlijk toen al gezien daar maar omdat het langzaam donker werd zijn we een nachtje gebleven. Die avond een wereldse hamburger gehad of zoals ze het hier noemen een ‘Hamburguesa’. De volgende ochtend vroeg een taxi geregeld en naar Casa Istiam (15$) gegaan, op zo’n 20 minuten rijden ziet alles er toch even wat vrolijker uit. Die dag hebben we direct mountainbikes gehuurd en zijn we het eiland afgaan fietsen. Het is zo groen hier, je hoort om je heen allerlei vogels fluiten, roofvogel zweven in de lucht en roodkopaasgieren zie je hier en daar ook verschijnen. Met de halfbakken mountainbikes (een trapte namelijk continue door) via een heel slecht pad uiteindelijk bij het enige kayak punt uitgekomen. Hier stond een houten hutje zonder zijkanten, lagen wat goed uitziende kayaks op ons te wachten en was een toilet voor de kayaker. Na een snelle onderhandeling, eigenlijk een afgifte van een prijs (30$), hezen we ons zelf in de duo-kayak. We werden door onze gids eerst een stuk over het meer gewezen. De wind was hier erg sterk waardoor het behoorlijk aanpoten was om bij het beginpunt van de Rio Istiam te komen. Dit riviertje is eigenlijk meer een moeras met een kleine waterweg. Hier hadden we de kans om Kaymannen, schildpadden en roofvogels te zien. En ja hoor bij de eerste bocht werden we begroet door een klein schilpadje op een boomstam, vier met zijn nekje uitgerekt zat deze kleine reptiel te genieten van de brandende zon. Na wat foto’s te hebben gemaakt peddelde we snel weer wat verder, iets verderop wees onze gids ons op naar wat het leek een boomstammetje in het water maar als snel bleek dat een Kayman (2 meter) was. Toch wel even apart 3 meter van zo’n beest af te zitten, met niets anders dat een kayak tussen mens en beest… Na nog wat meer schildpadden, fantastische natuur lag een grote kayman vol in de zon te genieten. Het leek eerst een standbeeld maar nadat wat vlinders hem etterden, sperde hij zijn bek en liepen de rillingen toch wel een beetje over ons lijf. Dit grote exemplaar stoorde zich absoluut niet aan ons maar toch was het wel spannend, je beeld je bijna in dat hij/zij het water in duikt en op je afkomt. De volgende bocht in het riviertje gaf een van de grotere roofvogels prijs. Een grote Arend zat het gebied te observeren, wachten totdat een vis vlak boven het water zo komen. Hierna hebben we nog ongeveer een half uur gepeddeld waarna we wederom terug gingen naar het hutje zonder zijkanten. Enigszins uitgeput en met spierpijn in de armen zijn we weer op onze fietsen gestapt en via het verschrikkelijk slechte pad weer teruggegaan naar Casa istiam. Hier een kleine lunch genoten waarna we weer op ons fietsen zijn gestapt. Van hieruit naar La Presa Ojo de Agua gefiets. Een waterbron met water direct uit de vulkaan, waardoor het naar het schijnt een helende werking heeft. Wat een heerlijke afkoeling na een intensieve fietsdag. Het water is hier verschrikkelijk helder en je geniet bij elke duik in dit mooie “bad”. ’s Avonds zaten we een beetje op een 2 sprong, morgen weg of nog een dagje blijven. De volgende ochtend waren we nog steeds aan het twijfelen. Met een taxi hebben we ons toch maar bij een ander Hostal laten afzetten. Hospedaje Bueno Vista (20$) was een plekje direct aan Playa Domingo. Die dag een motorscooter gehuurd en de goede wegen van Isla de Omtepe afgereden met als eerste stop: Reserva Charco Verde. Dit park is beschermd gebied en om toch financiën binnen te krijgen hebben ze er een soort route aangelegd, 30 min – 1 uur – 2 uur. Wij kozen natuurlijk voor de 2 uurs route en betaalden onze entree (2$). Terwijl Renée nog even terugliep kroop denk ik een Howlermonkey, een aap welke een brul maakt uit de prehistorie, via takken over mij heen. Zo mooi, de bruine aap, stoorde zich absoluut niet aan mijn aanwezigheid, en nog beter hij/zij kwam niet naar mij toe. Dat is trouwens iets wat ons opvalt en een groot verschil is met Azië, het respect voor de natuur, de rust en hoe schoon het overal is. Na deze heerlijke wandeling langs een meer, door een soort vlinderparadijs en een uitkijkpunt kwamen we na 2 uurtjes weer terug bij het beginpunt. Hierna wederom op de scooter gestapt. Op het eiland maar in heel Nicaragua lopen honden, paarden, koeien en varkens vrij rond. Zeker wanneer de Cowboy/Gaucho de koeien en paarden bij elkaar drijft geeft dat een spectaculair beeld. Alsof de tijd in dat opzicht heel erg heeft stil gestaan. Het is hier dan ook vrij normaal dat je met een bepaalde snelheid aan het rijden bent en in een keer moet afremmen om dat de paardendrijver de weg oversteekt, of wanneer een koe in een keer besluit dat de andere kant van de weg mooier gras heeft. Op onze weg terug hadden we een geweldig uitzicht op de Vulkaan Concepcion (de perfecte driehoek). Gestopt en ons vergaapt op dit monster, je ziet de oude lavastromen, gaten in de zijkant en de totale verschroeiing van planten aan een kant, terwijl de andere zijde groen is en bloeit. Na een heerlijk maaltijd, het bed in gedoken en de volgende dag de “chickenbus” een oude Amerikaanse schoolbus naar Moyogalpa gepakt. Hier een bootje naar San Jorge genomen en vervolgens via een taxi naar San Juan del Sur vertrokken. Zojuist komen we terug van een voor Renée relax dagje en voor mij een inspannend dagje. Het weer was iets minder maar Renée heeft lekker gelezen en ik heb surf les gehad, pff ben kapot maar wat leuk en gaaf was het weer. We zullen over een weekje verder gaan met het verhaal. Ma en Toon, Een knuffel aan Doeska. En aan iedereen veel leesplezier. Luisterend naar Brown Eyed Girl (Van Morrison) zweven we hoog boven de wolken, de laatste etappe is begonnen. Nicaragua, here we come. Het vakantie gevoel is er en slaat in als een bom (foute woord keuze in een vliegtuig ;-)) maar wat heerlijk!
Nicaragua is een land wat wij eigenlijk in een soort “spur of the moment” gekozen hebben. Het heeft alles wat we willen: natuur, vulkanen, hiking mogelijkheden, rust, redelijk onbekende gebieden én witte stranden. Het plan dit jaar is weer zoals altijd een plan en we laten ons dan ook brengen waar de wind naar toe waait. Maar zoals iedereen met wensen hebben we een idee om het volgende te doen: Granada – Isla Ometepe – Rio San Juan – Bluefield – Corn Island – Pearl Lagoon – El Rama - Managua - Leon. We zullen zien, 4 weken heerlijk genieten van dit mooie land, wat alleen al door de verhalen van Murray en een collega (van Joris) en van de verhalen van internet heel veel goeds en moois schuil houdt. Als kind krijg je een heerlijk zenuwachtig gevoel bij het uitpakken van cadeautjes. Dat onderbuik gevoel van vlinders heb je als volwassene niet zo vaak meer maar wij hebben het elk jaar nog, zo vlak voor aankomst! Dat cadeautje “Nicaragua” verschijnt zo aan de horizon, en dan uitpakken maar! We zijn geland en zijn nu in Granada. En morgenochtend om 9 uur gaan we onze eerste vulkaan al "beklimmen"! Ma en Toon heel erg bedankt voor het oppassen op ons lieve hondje, we missen haar nu al! Pa, bedankt voor het vroege opstaan en het rijden naar Schiphol! Voor de rest, iedereen veel leesplezier! We zullen elke week proberen een bericht te plaatsen.
Veel leesplezier! Groeten Renée en Joris |
ArchivesCategories |